Mensen van alle leeftijden denken dat ze het grootste deel van hun ontwikkeling achter de rug hebben en vanaf nu niet meer zoveel zullen veranderen. Dat ze nu bijna alles wel weten en er dus niet veel meer te leren valt. Maar op elke leeftijd blijken ze zich daarin te vergissen: ze veranderen daarna meer dan ze hadden verwacht. Daarom de naam end of history-illusion voor dit verschijnsel: de gedachte dat je geschiedenis, je ontwikkeling zo'n beetje is voltooid, is een illusie.
Ik denk dat we deze illusie ook collectief hebben, als samenleving. We zien onze maatschappelijke en culturele normen, waarden, wetten en gebruiken als beter dan die uit vroeger tijden. We kijken neer op barbaarse praktijken uit het verleden, zoals slavernij, kinderarbeid, kolonialisme, en denken dat onze morele ontwikkeling nu voltooid is. Vanuit onze huidige maatstaven zijn we geschokt over hoe ‘fout’ mensen in vroeger eeuwen soms waren. We bieden er alsnog onze excuses voor aan of willen zelfs hun fouten herstellen: straatnaambordjes verwijderen, teksten in boeken veranderen, bijvoorbeeld het N-woord. We beseffen hoezeer we etnische minderheden en de inheemse bevolking van gekoloniseerde landen hebben onderdrukt, uitgebuit en achtergesteld.
De tijdgeest is veranderd. En toch worden nog steeds andere landen en zwakkere groepen benadeeld door onze levenswijze. We hebben onze vervuiling verplaatst naar landen waar onze producten en grondstoffen vandaan komen. We hebben zelf een enorme klimaatvoetafdruk, terwijl klimaatverandering in andere landen de meest desastreuze effecten heeft. We ontbossen andere landen om veevoer te verbouwen voor onze veestapel, we maken gebruik van goedkope arbeid in landen waar vaak nog sprake is van uitbuiting en kinderarbeid, en ook in eigen land worden arbeidsmigranten uitgebuit.
Als we echt zo beschaafd en moreel ontwikkeld zijn geworden in de loop van de geschiedenis, zouden we meer zelfkritiek hebben. We zouden de betrekkelijkheid van onze huidige denkkaders zien. We zouden beseffen dat die ook weer veranderen en dat er in andere culturen zelfs nu al heel anders tegenaan gekeken kan worden. Denk aan de verontwaardiging van velen toen de Verenigde Naties een oordeel hadden over Zwarte Piet: ‘Wat weten zij van onze cultuur?’ Terwijl het juist zo interessant en leerzaam is om door de bril van een buitenstaander naar je eigen waarden en gebruiken te kijken, met een frisse blik, en te beseffen dat iedere cultuur en ieder tijdperk een eigen bril heeft. Wij vinden het raar dat er volken zijn waar vrouwen hun kinderen borstvoeding geven tot in de schoolleeftijd. En nog raarder dat die kinderen soms aan de borst gaan bij ándere vrouwen. Yek! Maar zelf drinken we de moedermelk van moeders van een andere diersoort: de melk die de koe maakt voor haar kalf. Hoe raar is dat?
Die koe produceert ook nog eens een enorme uitstoot aan broeikasgassen en stikstof: dé urgente problemen van onze tijd. Hoe zullen toekomstige generaties terugkijken op de onherstelbare schade aan klimaat en natuur die we hiermee veroorzaken? Of op onze laffe passieve houding tegenover landen die het internationaal recht schenden?
Als je midden in een situatie zit, kun je niet alles overzien. Onze blik wordt beperkt door ons collectieve ego en onze huidige moraal. Met een meer uitgezoomde blik zien onze (klein)kinderen misschien beter de overeenkomst tussen de genocide in de Tweede Wereldoorlog die we herdenken op 4 mei, en de genocide in Gaza waartegen we niet optreden. Zij zien misschien ook beter de rol van onze handelsbelangen, van de etniciteit van de slachtoffers in Gaza, en het contrast tussen wat we zéggen over het beschermen van de internationale rechtsorde en de vrijheid voor iedereen, en wat we feitelijk dóen (en laten).
We hebben veel te makkelijke oordelen over de kortzichtigheid van vroeger. Tot op zekere hoogte kunnen we daardoor leren van onze fouten. Maar de wereld wordt niet beter van onze oordelen en onze woorden ('nooit meer'). De wereld wordt beter van wat we dóen. Daarvoor moeten we uit onze comfortzone komen, onze nek uitsteken, onze privileges durven opgeven. In dat opzicht hebben we nog heel wat meer te leren dan velen beseffen. Er is weinig reden tot zelfgenoegzaamheid. Laten we ook door de bril van andere landen en van toekomstige generaties naar onszelf kijken. Anders worden we uiteindelijk misschien zelf wel de ergste barbaren ooit, in de geschiedenis van de toekomst.
Dit is een bewerkte versie van een column uit de laatste bundel van Roos Vonk, O nee dit gaat over mij.