Werkvloer-ergernissen

In samenwerking met Psychologie Magazine en Management Team onderzocht Roos Vonk wat de grootste ergernissen van Nederlanders zijn op het werk. Deelnemers gaven aan waar zij zich het meest aan storen bij hun collega's. Daarnaast werd ook gevraagd wat zij dachten dat hun collega's irritant vonden aan henzelf.

De top-3: Oncollegiaal, dom en lui

De nummer-1-ergernis op de werkvloer is gebrek aan collegialiteit en teamspirit, genoemd door ruim 18% van de deelnemers. Vrouwen storen zich hier iets meer aan, terwijl mannen zich weer meer ergeren aan domheid en onbekwaamheid – een goede tweede ergernis in de top-3. Roos Vonk: ‘Dit verschil komt overeen met stereotiepe sekseverschillen: waar vrouwen meer gericht zijn op samenwerking en collegialiteit, zijn mannen meer gericht op prestaties en succes.’ De derde grote ergernis werd genoemd door 17% van de deelnemers: luiheid. Collega’s die er de kantjes vanaf lopen roepen flink wat irritatie op.

Maar dit geldt natuurlijk niet voor onszelf...

Deelnemers gaven ook aan welk gedrag zij zélf vertonen op de werkvloer, dat ergerlijk kan zijn voor hun collega’s. Opvallend genoeg herkennen weinig mensen de grootste ergernissen (oncollegiaal, dom en lui) bij zichzelf.
 
De grootste groep, 27% van de deelnemers, denkt juist dat ze als betweterig worden gezien door hun collega’s, terwijl in feite slechts 13% van de respondenten zich daaraan ergert bij anderen. In dit opzicht lijken mensen dus te negatief over zichzelf te denken. Ook ‘behaagziek gedrag’ is een kwaal die meer mensen zichzelf toedichten (10%) dan dat hun collega’s zich eraan ergeren (5%). Roos Vonk: ‘Behaagziek gedrag is natuurlijk typisch iets waar een ander juist weinig last van heeft.’
 
Een grote groep deelnemers heeft een wel heel gezonde dosis zelfvertrouwen: 15% kan zich niet voorstellen dat zij zelf überhaupt ergerlijk worden gevonden door hun collega’s, terwijl slechts 2% van de respondenten aangaf dat zij zich niet of nauwelijks ergeren aan anderen.

Elke sector zijn eigen ergernissen

Sommige ergernissen spelen meer in bepaalde sectoren dan andere. ‘Gebrek aan fatsoen of moraal’ en ‘politieke spelletjes en gekonkel’ werden relatief vaak genoemd in de sectoren 'financiële dienstverlening' en ‘overige zakelijke dienstverlening’.

Kuddegedrag, kritiekloos meegaan met de groep’ was een ergernis die vaker voorkwam bij overheidsmedewerkers. ‘Roddelen’, tot slot, werd als ergernis vaker genoemd door medewerkers in de zorg – mogelijk doordat in deze sector meer vrouwen werken, want vrouwen noemden dit twee keer zo vaak als ergernis vergeleken met mannen.

Feedback is een cadeautje?

Defensief reageren op feedback is ergernis nummer 4, met 16% van de deelnemers. Vermoedelijk is dit vooral een ergernis van degenen die de feedback géven. Tegelijkertijd zijn de feedback-gevers zich ervan bewust dat zij dit ook niet altijd op de best mogelijke manier doen: 20% van de deelnemers denkt van zichzelf dat ze ‘te weinig feedback geven, of niet op een zinvolle manier’. Met name leidinggevenden met veel ondergeschikten (meer dan 10) vinden dat ze hierin tekortschieten. Als klacht over anderen wordt het geven van te weinig zinvolle feedback relatief weinig genoemd (6%), maar degenen díé het noemen zijn met name ondergeschikten. Daarmee is deze klacht complementair aan wat de leidinggevenden over zichzelf zeggen.
 
Een vergelijkbaar complementair patroon werd gevonden voor de ergernis ‘slachtoffergedrag, zeuren en klagen’: 14% van de respondenten, voornamelijk leidinggevenden met veel ondergeschikten, ergert zich daaraan.  12% van de deelnemers, met name degenen met een ondergeschikte status, denkt – vermoedelijk terecht – dat anderen zich daaraan ergeren bij hén. Volgens Vonk is dit resultaat in lijn met de uitspraak ‘leidinggeven is omgaan met zeuren’.

Wat je niet moet doen volgens je collega's

Veel deelnemers noemden ook spontaan extra ergernissen. Sommigen vermoeden van zichzelf met name dat hun eigenwijsheid, kritische instelling, onzekerheid, perfectionisme en eerlijkheid lastig kan zijn voor hun collega’s. Vonk: ‘Zo gaat het vaak: als je mensen vraagt naar hun slechte eigenschappen, noemen ze vooral dingen die in bepaalde zin eigenlijk best goed zijn’. Bij de extra ergernissen over anderen waren de gekozen woorden minder voordelig: bemoeizucht en ongevraagd advies, niet luisteren, geen visie of geen leiding, negativiteit, slechte communicatie, rommel maken, herrie maken (telefoons, radio, kwebbelen over niks, te hard praten). Ook diverse andere soorten hinderlijk en afleidend gedrag werden genoemd, zoals: de hele dag whatsappen; facebooken; sms’en; eetgeluiden; continu hakken tikken op de vloer; irritant hoestje dag in dag uit; kauwgom kauwen.

Kortom: er wordt op de werkvloer heel wat leed verdragen.

Meer bekijken

top5